Leer de basisbeginselen van het kweken van wiet. Deze Grow Guide vertelt stapsgewijs hoe je van een wietzaadje een plant kweekt tot en met het oogsten. Na het lezen weet je wat je moet doen met jouw wietzaadjes, welke spullen je nodig hebt, en hoe je het plantje succesvol laat groeien. Ook leer je wanneer en hoe je je eigen gekweekte wiet oogst.

Voor wie is deze Grow Guide?

Deze gids is speciaal ontwikkeld voor iedereen die voor het eerst wiet wilt gaan kweken. Heb je al eerder wiet gekweekt en wil je jouw vaardigheden verbeteren, lees dan onze Grow Guide voor Gevorderden

Leren kweken voor beginners

Stap voor stap lees je hoe je van de zaden die je hebt ontvangen een gezonde wietplant kan maken, met volle toppen. Het kweekproces wordt uitgelegd vanaf het ontkiemen van je wietzaadjes tot en met het moment dat je jouw eigen oogst kan oproken. 

1

Het ontkiemen van de zaden

Je hebt jouw wietzaden ontvangen. De zaden zijn momenteel in sluimermodus en moeten weer tot leven worden gewekt. Ontkiemen heet dat. Ontkiemen doe je door het zaadje water en warmte te geven waardoor het ontwaakt en gaat groeien. Het ontkiemen is geslaagd als het zaadje een wortel heeft van ongeveer 1 cm.

Benodigdheden

Dit is wat je nodig hebt bij het ontkiemen van de zaden:

  • Water
  • Glas
  • Keukenpapier
  • Bord
  • Kamertemperatuur
  • Een donkere plaats
  • Geduld en voorzichtigheid

Ontkiemingsmethoden

Voor het beste resultaat gebeurt het ontkiemen in twee stappen.

Als eerste ontkiemen in een glas water. Vervolgens ontkiemen met keukenpapier.

Ontkiemen in een glas water

Vul een transparant glas voor ¾ met lauw gefilterd of pH-neutraal water. Plaats je zaden het glas en zet het glas gedurende 12 tot 24 uur op een donkere plek. Als het goed is, zullen de zaden kleine groene/witte puntjes vertonen. Dit heet de kiemwortel.

Verder ontkiemen met keukenpapier

Leg de zaden vervolgens op een bord met vochtig keukenpapier en doe er een ander bord overheen zodat het vocht niet verdampt.

Controleer na 24 uur hoe ver je zaden ontkiemd zijn. Heeft de wortel een lengte van ongeveer 1,5 tot 2,5 cm? Ga dan door naar stap 2. Als dit nog niet het geval is, laat dan je zaden nog even verder ontkiemen. Houd er rekening mee dat de ontkiemingsfase maximaal 9 dagen kan duren.

2

De zaden planten

Na het ontkiemen moeten de zaailingen (de uitgekomen zaden) worden verplaatst naar een pot met aarde om verder te kunnen groeien. Deze stappen moet je volgen, ongeacht of je binnen of buiten wilt gaan kweken.

Benodigdheden

Dit is wat je nodig hebt bij het planten van de zaailingen:

  • Zaailingen (de ontkiemde zaden)
  • Lichtdichte bloempot (minstens 15 liter)
  • Pincet
  • Potgrond
  • Pen of potlood
  • Plantenspuit

Plantfasen

Hoewel het planten van je zaailing misschien een gemakkelijke taak is, is het in dit stadium belangrijk om de jonge plant goed te verzorgen.

Vullen van de pot met aarde en zaailingen

Voor het vullen van de pot gebruik je een lichte mix van aarde en kurk. Vul de pot tot ca. 1 cm van de rand. Gebruik een pen of potlood om een gat te maken van ca. 3 cm diep en plaats hierin de zaailing met de wortel naar beneden. Gebruik hiervoor een pincet. Zodra de zaailingen in de grond zitten, dicht je het gat ‘losjes’ af met aarde.

Vochtig houden

Besproei de grond met de plantenspuit om de grond vochtig te houden (niet te nat!) en plaats de pot op een plek waar licht komt. Bijvoorbeeld op de vensterbank. Controleer regelmatig de vochtigheid van de grond om te voorkomen dat de zaailingen uitdrogen. Na een paar dagen zul je zien dat het plantje tevoorschijn komt. 

Verplanten

Na 7 tot 10 dagen breekt de volgende stap aan: het verplanten. Het plantje is dan inmiddels 5 á 10 cm hoog. Nu is het tijd om te besluiten of je de wietplant binnen of buiten kweekt. 

3

Groeien en bloeien

Het jonge wietplantje is nu klaar om uit te groeien tot een volwassen plant en zal verplant moeten worden naar de uiteindelijke groeiplaats. Dit kan binnen of buiten zijn.

Kiezen voor binnen of buiten kweken

Kweken van wietplanten kan zowel binnen als buiten, maar het proces en uiteindelijke resultaat is net even anders. Hieronder vind je de verschillen en voordelen.

Hieronder staan de verschillen en voordelen.

  1. Binnen kweken
  2. Geen invloed van het weer/klimaat
  3. Hoge investering door materiaalkosten
  4. Lagere opbrengst
  5. Beter beheersbaar en daardoor gemakkelijker om te kweken
  6. Geschikte binnenruimte nodig
  1. Buitenkweek
  2. Kweek alleen mogelijk tijdens het groeiseizoen (mei t/m oktober)
  3. Hogere opbrengst
  4. Minder materiaal nodig
  5. Houd rekening met geurverspreiding naar buren
  6. Hogere kans op schimmels en ziektes

Binnen kweken

Wanneer je besluit binnen te kweken, heb je een geschikte ruimte nodig en materialen om je binnenkweek succesvol te laten verlopen.

Benodigdheden

Dit is wat je nodig hebt bij het binnen kweken van wietplanten:

  • Binnenruimte met een stroomvoorziening
  • Lampen en tijdschakelaar
  • Potten
  • Potgrond/aarde
  • Voeding
  • Gieter/plantenspuit
  • Snoeischaar
  • Kweektent of -set (optioneel)
  • Ventilator
  • Thermometer
  • pH-meter

Kiezen van de ruimte en de materialen

De plek waarin je wietplanten gaat kweken moet voldoende ruimte hebben voor de planten in kwestie. Als vuistregel hanteer je een afstand van ca. 60 cm tussen de planten/potten.

Ook bestaan er complete kweeksets die je in de ruimte kunt plaatsen. Deze zijn voorzien van o.a. lampen, ventilator, filters, een thermometer en een pH-meter. Meer over het kiezen van de juiste lampen, potten en overige materialen lees je in het artikel ‘Binnen wiet kweken'.

Verzorging van de wietplant (binnen)

Nadat je het kleine wietplantje hebt verplant, begint de echte zorg.

De eerste twee weken

In het begin hebben de planten nog niet veel verzorging nodig, maar er zijn enkele dingen waar je rekening mee moet houden. Zorg ervoor dat de grond vochtig is. Je kunt de grond aanraken om te voelen of je wat extra water moet geven, of dat de planten voorlopig genoeg hebben.

Wietplanten geven overdag meestal de voorkeur aan een temperatuur tussen de 20 en 25 °C, wanneer de lichten aan staan. Tijdens de nacht, als de lichten uit zijn, mag de temperatuur wel iets lager.

Gebruik ook nog geen voedingsstoffen, omdat de zaden zelf genoeg voedingsstoffen in zich hebben om zichzelf in deze periode te onderhouden. Als je te veel voedingsstoffen toedient, kan dat wortelverbranding veroorzaken, wat fataal kan zijn voor de plant! Tot slot moet je in deze eerste twee weken je lichtcyclus instellen, waardoor je wietplanten zullen floreren. In dit vroege stadium hebben de planten 18 uur licht en 6 uur duisternis nodig. Gebruik de lampen en de tijdschakelaar om voor deze lichtfrequentie in te stellen.

Week 3-4: Voeding geven

Nu kun je de plantenvoeding toedienen. Hoeveel en met welke frequentie wordt aangegeven op de verpakking van het desbetreffende product, maar iets minder toedienen dan aangegeven wordt aangeraden om overvoeding te voorkomen.
Blijf de planten bewateren, maar niet teveel. Je hoeft verder niet het lichtcyclus aan te passen tijdens dit stadium.

Tijdens deze periode in de vegatieve fase geven wietplanten de voorkeur aan een iets warmere temperatuur, zo tussen de 25 en 29 °C.

Vanaf week 5: Fotoperiode

Afhankelijk van het soort plant, is vanaf de vijfde week de groeiperiode afgerond en begint de bloeiperiode (wanneer de toppen zichtbaar worden).

Om zeker te zijn van de beste kwaliteit toppen, zorg voor een lagere temperatuur in jouw groeiruimte tijdens de bloeiperiode, zo tussen de 18 en 25° C.

Omdat wietplanten pas beginnen te bloeien bij minder licht, betekent dat het lichtschema moet worden aangepast. Tijdens deze periode hebben je planten 12 uur licht en 12 uur duisternis nodig.

Heb je voor autoflowers gekozen, dan hoef je geen rekening te houden met lichtschema’s. Deze varianten kunnen 24 uur licht verdragen om te kunnen bloeien, maar beter is om ze af en toe in het donker te laten om te kunnen ‘rusten’.

Naarmate de bloeifase vordert, zal een iets lagere temperatuur de dichtheid, kleur en geur van de toppen bevorderen. Ook heeft dit een positief effect op de productie van trichomen. Voor het opwekken of versterken van een maximale (paarse) verkleuring, zorg voor een temperatuurverschil van 8 °C tussen dag en nacht.

Hebben de planten inmiddels mooie volle toppen gekregen? Dan begint het moment van oogsten.

Buiten kweken

Bij buitenkweek heb je minder materialen nodig omdat de buitenomgeving (bijna) zelfvoorzienend is. Licht en warmte worden door Moeder Natuur gratis bij je afgeleverd. 

Benodigheden

Dit is wat je nodig hebt bij het buitenkweken van wietplanten:

  • Potten (optioneel)
  • Potgrond/aarde
  • Bemesting
  • Snoeischaar
  • Windscherm (optioneel)
  • Kas (optioneel)
  • Gieter

Kiezen van de locatie en de materialen

Nadat je stap 2 hebt afgerond, kunnen de plantjes in het voorjaar naar buiten worden verplaatst. De jonge plantjes kun je verpotten naar grotere potten of je stopt ze direct in de grond. 

Kies de kweeklocatie zorgvuldig uit. Bij voorkeur een ruime plek in de tuin, maar een serre of kas is ook een hele praktisch plek om je planten te laten groeien. Zo’n afgeschermde buitenplek biedt voordelen omdat het voorkomt dat je planten blootgesteld worden aan overvloedige regenval en hevige wind.

Als je niet de mogelijkheid hebt om je planten compleet af te schermen van regenbuien, en je leeft in een klimaat waar het vaak regent (wij kennen dat gevoel), zorgen dan voor een goede afvoer. Je kan kiezen voor een afvoersysteem, maar er is ook een alternatieve oplossing die simpel en goedkoop is. Dril drie gaten in de bodem van de pot, ongeveer 1,3 cm in diameter. Bedek de gaten en de bodem van de pot met een laag grind of hydrokorrels. Vul de rest van de pot met (organische) potgrond. Dit zorgt ervoor dat het overvloedige water niet op de bodem van de plot blijft liggen, dit kan namelijk wortelrot veroorzaken.

Ook hebben de planten voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien. Bereid je groeiplek daarom voor door verse voedingsrijke aarde te gebruiken. Als aanvulling kun je organische bemesting toevoegen, maar zorg ervoor dat je dit niet te vroeg doet (start hiermee vanaf week drie).

Verzorging van de wietplant (buiten)

De natuur haar gang laten gaan kan verleidelijk zijn, maar toch adviseren we je om goed te zorgen voor je groeiende plant.

De eerste twee weken

Wanneer je buiten kweekt, hebben de plantjes weinig verzorging nodig. Wel bescherming. Want de kleine planten zijn kwetsbaar voor wind en teveel neerslag. Om je planten tegen deze weersomstandigheden te beschermen kun je wind- en afdekschermen gebruiken.

Week 3-4: Voeding geven

Vanaf de derde week geef je de planten voeding. Om gezond te kunnen groeien hebben ze fosfor, kalium en stikstof nodig. In organische bemesting zijn al deze voedingsstoffen verwerkt.

De hoeveelheid en regelmatig van het toepassen van deze voedingsstoffen staan aan gegeven op de verpakking van de bemesting. Om op safe te spelen kan je beter net iets minder geven om overvoeding te voorkomen. Ook moet je de tijdens deze groeiperiode het vocht in de grond blijven controleren.

Vanaf week 5: Groeien en bloeien

De buitenplanten zullen nu zichtbaar groeien. Het enige wat je in deze periode kan doen is de planten uit de wind houden en beschermen van overtollig regenwater. Controleer de planten om de paar dagen op schimmel en rotting. Over lichtschema’s hoef je je geen zorgen te maken omdat de natuur dit zelf reguleert. Dit is een groot voordeel ten opzichte van binnen kweken.

Aan het einde van de zomer heb je mooie gezonde planten in je tuin of kas staan. Omstreeks het midden van de herfst kan het oogsten beginnen.

4

Oogsten

Na drie tot vijf maanden zijn je planten klaar voor de oogst. Dit is onder meer afhankelijk van het soort (sativa of indica) dat je hebt gekweekt en of je de planten binnen of buiten hebt staan. Cannabis Sativa is meestal gereed om geoogst te worden nadat ze ca. tien weken in bloei hebben gestaan. Cannabis Indica is wat sneller en is oogstklaar na acht weken bloei. Uiteindelijk kan dit verschillen van soort tot soort, dus het is altijd wijs om te checken wat de bloeitijd is op de productpagina in kwestie.

Benodigdheden

Dit is wat je nodig hebt bij het knippen van wietplanten:

  • Rubber of latex handschoenen
  • Tak- of snoeischaar
  • Schaar
  • Schaal of dienblad
  • Touw of koord
  • Vergrootglas (optioneel)

Klaar voor de oogst?

Om er zeker van te zijn of je planten oogstrijp zijn, kun je dit op meerdere manieren controleren:

De kleur van de bladeren De kleur van de bladeren

Wanneer de bladeren geel kleuren, maar de toppen zijn vol en gezond, dan is dit het signaal dat het moment van oogsten snel nadert.

De kleuren van de trichomen De kleuren van de trichomen

Een andere betrouwbare manier is door naar de trichomen te kijken, hiervoor heb je een vergroot glas nodig. De trichomen zijn kleine witte haartjes die op de toppen van de vrouwelijke cannabisplanten groeien. Zodra ze van kleur veranderen van wit naar rood/bruin, dan is dat het signaal om te oogsten. 

Oogsten op het juiste moment Oogsten op het juiste moment

Het moment dat je gaat oogsten is belangrijk voor de uiteindelijke kwaliteit. Wanneer je te vroeg bent, kan dit ten koste gaan van je opbrengst. En ben je te laat, dan verminderen de effecten.

Oogsten

Pak je schaar er maar bij, want het is tijd om die heerlijke, ijzige toppen te bevrijden.

Knippen van de takken

Het knippen van je wietplant doe je aan een grote tafel in een schone ruimte. Zorg ervoor dat je over voldoende licht hebt om te voorkomen dat je per ongeluk verkeerd knipt.

Voordat je begint met knippen, span je het touw of koord om de takken ondersteboven aan op te hangen. Zo kan je na het knippen en trimmen het takje direct ophangen.

Wanneer de planten aan de kleine kant zijn, knip je ze af bij de hoofdstam. Bij grotere planten knip je ze af bij de takken. Het uiteindelijke doel is om losse takken te hebben met de top aan het uiteinde. 

Trimmen

Nadat je de tak hebt afgeknipt, begint het trimmen met de schaar. Je knipt overtollige kleine takken/scheuten en schutbladeren weg waardoor de toppen vrij komen. Om goed zicht te houden wat je wegknipt, houd je de takken ondersteboven tijdens het trimmen.

De getrimde tak leg je op de schaal waardoor de suikerbladen worden opgevangen en trichomen niet verloren gaan. Hiervan kan je o.a. cannabisolie of edibles (bijv. spacecake) van maken. Tot slot, hang je de takken aan een van hun scheuten ondersteboven. Op naar de laatste stap van het kweekproces: drogen.

5

Drogen

Nadat je de takken hebt afgeknipt en getrimd, moeten ze drogen. Ze bestaan nu nog uit ca. 75% vocht en natte wiet kun je niet roken. Het doel van het drogen is om het vochtgehalte te reduceren naar ongeveer 10%.

Benodigdheden

Dit is wat je nodig hebt om je eigen gekweekte wiet te drogen:

  • Een kleine donkere ruimte
  • Thermometer
  • Hygrometer(s)
  • Touw/koord, knijpers
  • Roterende ventilator
  • Schaar

Duur van het drogen

Het drogen van wiet lijkt in eerste instantie een eenvoudige taak, maar voor het beste resultaat zal je nauwkeurig rekening moeten houden met de temperatuur en luchtvochtigheid. Droog je de toppen te snel, dan ontstaat de kans dat de buitenkant droog is, maar de kern nog niet. Bij te langzaam drogen kan er schimmel ontstaan, en geloof ons, je wilt geen beschimmelde wiet roken. Als vuistregel hanteren we een droogperiode van ca. 2 weken.

Drogen van wiet doe je door de takken te hangen aan een touw in een kleine donkere ruimte. Een ruimte die het liefst niet groter is dan 5m2. De reden hiervoor is dat de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid (RV) veel beter te reguleren zijn in een kleinere ruimte.

Drogen

De laatste stap van het kweken van je eigen wiet! Maar onderschat het niet!

De ideale klimaatomstandigheden

Wiet droog je bij een temperatuur van tussen de 15 en 20 °C. Idealiter houd je de RV rond de 55% in je droogruimte. Als de temperatuur met een paar graden naar beneden gaat, kan de RV ook afnemen. Zorg ervoor dat de RV nooit onder de 50% zit in de droogomgeving.

Om beiden te kunnen meten, schaf je een thermometer en een hygrometer aan. Ook is een roterende ventilator een gewenste aanvulling op het droogproces waardoor wiet heel gelijkmatig wordt gedroogd. Zet de roterende ventilator op ruime afstand van de takken waardoor het enkel fungeert voor luchtcirculatie.

Na dit droogproces kunnen de toppen van de takken worden geknipt. Gebruik hiervoor een schone schaar. De toppen zijn nu klaar om gerookt te worden, maar wellicht wil toch nog iets langer wachten…

Curen

Zoals eerder gezegd, zijn de toppen nu rookbaar, maar als je wilt dat je eigen gekweekte wiet van topkwaliteit is, dan kies je ervoor om ze uit te harden. Dit noemen we ‘Curen’. Dit is een proces van enkele weken tot maanden en hangt af van de gewenste kwaliteit. Langer uitharden betekent betere kwaliteit. Vergelijk het maar met het rijpen van wijn; hoe ouder de wijn is, des te beter die smaakt.

Weckpotten

Om de toppen uit te harden doe je ze een weckpot. Dit zijn potten die hermetisch, zodat de toppen niet worden blootgesteld aan de buitenlucht. Hierdoor blijft de luchtvochtigheid gelijk en wordt de transformatie van cannabinoïden bevorderd. Plaats de potten in de donkere droogruimte. Zo blijft de temperatuur gelijk en wordt (zon)licht vermeden. Het is nu aan jou om te bepalen hoe lang je ze in de weckpotten kunt laten staan. Geduld is een schone zaak.