Zelf wiet groeien: Grow Guide voor Beginners
Deze kweekgids vertelt jou in duidelijke taal waar je rekening mee moet houden als je van plan bent een wiet plant te groeien, van zaadje tot oogst.
Leer de basisbeginselen van het kweken van wiet. Deze Grow Guide vertelt stapsgewijs hoe je van een wietzaadje een plant kweekt tot en met het oogsten. Na het lezen weet je wat je moet doen met jouw wietzaadjes, welke spullen je nodig hebt, en hoe je het plantje succesvol laat groeien. Ook leer je wanneer en hoe je je eigen gekweekte wiet oogst.
Voor wie is deze Grow Guide?
Deze gids is speciaal ontwikkeld voor iedereen die voor het eerst wiet wilt gaan kweken. Heb je al eerder wiet gekweekt en wil je jouw vaardigheden verbeteren, lees dan onze Grow Guide voor Gevorderden.
Leren kweken voor beginners
Stap voor stap lees je hoe je van de zaden die je hebt ontvangen een gezonde wietplant kan maken, met volle toppen. Het kweekproces wordt uitgelegd vanaf het ontkiemen van je wietzaadjes tot en met het moment dat je jouw eigen oogst kan oproken.
Het ontkiemen van de zaden
Je hebt jouw wietzaden ontvangen. De zaden zijn momenteel in sluimermodus en moeten weer tot leven worden gewekt. Ontkiemen heet dat. Ontkiemen doe je door het zaadje water en warmte te geven waardoor het ontwaakt en gaat groeien. Het ontkiemen is geslaagd als het zaadje een wortel heeft van ongeveer 1 cm.
Benodigdheden
Dit is wat je nodig hebt bij het ontkiemen van de zaden:
- Water
- Glas
- Keukenpapier
- Bord
- Kamertemperatuur
- Een donkere plaats
- Geduld en voorzichtigheid
De zaden planten
Na het ontkiemen moeten de zaailingen (de uitgekomen zaden) worden verplaatst naar een pot met aarde om verder te kunnen groeien. Deze stappen moet je volgen, ongeacht of je binnen of buiten wilt gaan kweken.
Benodigdheden
Dit is wat je nodig hebt bij het planten van de zaailingen:
- Zaailingen (de ontkiemde zaden)
- Lichtdichte bloempot (minstens 15 liter)
- Pincet
- Potgrond
- Pen of potlood
- Plantenspuit
Groeien en bloeien
Het jonge wietplantje is nu klaar om uit te groeien tot een volwassen plant en zal verplant moeten worden naar de uiteindelijke groeiplaats. Dit kan binnen of buiten zijn.
Kiezen voor binnen of buiten kweken
Kweken van wietplanten kan zowel binnen als buiten, maar het proces en uiteindelijke resultaat is net even anders. Hieronder vind je de verschillen en voordelen.
Hieronder staan de verschillen en voordelen.
- Binnen kweken
- Geen invloed van het weer/klimaat
- Hoge investering door materiaalkosten
- Lagere opbrengst
- Beter beheersbaar en daardoor gemakkelijker om te kweken
- Geschikte binnenruimte nodig
- Buitenkweek
- Kweek alleen mogelijk tijdens het groeiseizoen (mei t/m oktober)
- Hogere opbrengst
- Minder materiaal nodig
- Houd rekening met geurverspreiding naar buren
- Hogere kans op schimmels en ziektes
Binnen kweken
Wanneer je besluit binnen te kweken, heb je een geschikte ruimte nodig en materialen om je binnenkweek succesvol te laten verlopen.
Benodigdheden
Dit is wat je nodig hebt bij het binnen kweken van wietplanten:
- Binnenruimte met een stroomvoorziening
- Lampen en tijdschakelaar
- Potten
- Potgrond/aarde
- Voeding
- Gieter/plantenspuit
- Snoeischaar
- Kweektent of -set (optioneel)
- Ventilator
- Thermometer
- pH-meter
Kiezen van de ruimte en de materialen
De plek waarin je wietplanten gaat kweken moet voldoende ruimte hebben voor de planten in kwestie. Als vuistregel hanteer je een afstand van ca. 60 cm tussen de planten/potten.
Ook bestaan er complete kweeksets die je in de ruimte kunt plaatsen. Deze zijn voorzien van o.a. lampen, ventilator, filters, een thermometer en een pH-meter. Meer over het kiezen van de juiste lampen, potten en overige materialen lees je in het artikel ‘Binnen wiet kweken'.
Buiten kweken
Bij buitenkweek heb je minder materialen nodig omdat de buitenomgeving (bijna) zelfvoorzienend is. Licht en warmte worden door Moeder Natuur gratis bij je afgeleverd.
Benodigheden
Dit is wat je nodig hebt bij het buitenkweken van wietplanten:
- Potten (optioneel)
- Potgrond/aarde
- Bemesting
- Snoeischaar
- Windscherm (optioneel)
- Kas (optioneel)
- Gieter
Kiezen van de locatie en de materialen
Nadat je stap 2 hebt afgerond, kunnen de plantjes in het voorjaar naar buiten worden verplaatst. De jonge plantjes kun je verpotten naar grotere potten of je stopt ze direct in de grond.
Kies de kweeklocatie zorgvuldig uit. Bij voorkeur een ruime plek in de tuin, maar een serre of kas is ook een hele praktisch plek om je planten te laten groeien. Zo’n afgeschermde buitenplek biedt voordelen omdat het voorkomt dat je planten blootgesteld worden aan overvloedige regenval en hevige wind.
Als je niet de mogelijkheid hebt om je planten compleet af te schermen van regenbuien, en je leeft in een klimaat waar het vaak regent (wij kennen dat gevoel), zorgen dan voor een goede afvoer. Je kan kiezen voor een afvoersysteem, maar er is ook een alternatieve oplossing die simpel en goedkoop is. Dril drie gaten in de bodem van de pot, ongeveer 1,3 cm in diameter. Bedek de gaten en de bodem van de pot met een laag grind of hydrokorrels. Vul de rest van de pot met (organische) potgrond. Dit zorgt ervoor dat het overvloedige water niet op de bodem van de plot blijft liggen, dit kan namelijk wortelrot veroorzaken.
Ook hebben de planten voedingsstoffen nodig om te kunnen groeien. Bereid je groeiplek daarom voor door verse voedingsrijke aarde te gebruiken. Als aanvulling kun je organische bemesting toevoegen, maar zorg ervoor dat je dit niet te vroeg doet (start hiermee vanaf week drie).
Oogsten
Na drie tot vijf maanden zijn je planten klaar voor de oogst. Dit is onder meer afhankelijk van het soort (sativa of indica) dat je hebt gekweekt en of je de planten binnen of buiten hebt staan. Cannabis Sativa is meestal gereed om geoogst te worden nadat ze ca. tien weken in bloei hebben gestaan. Cannabis Indica is wat sneller en is oogstklaar na acht weken bloei. Uiteindelijk kan dit verschillen van soort tot soort, dus het is altijd wijs om te checken wat de bloeitijd is op de productpagina in kwestie.
Benodigdheden
Dit is wat je nodig hebt bij het knippen van wietplanten:
- Rubber of latex handschoenen
- Tak- of snoeischaar
- Schaar
- Schaal of dienblad
- Touw of koord
- Vergrootglas (optioneel)
Klaar voor de oogst?
Om er zeker van te zijn of je planten oogstrijp zijn, kun je dit op meerdere manieren controleren:
Wanneer de bladeren geel kleuren, maar de toppen zijn vol en gezond, dan is dit het signaal dat het moment van oogsten snel nadert.
De kleuren van de trichomenEen andere betrouwbare manier is door naar de trichomen te kijken, hiervoor heb je een vergroot glas nodig. De trichomen zijn kleine witte haartjes die op de toppen van de vrouwelijke cannabisplanten groeien. Zodra ze van kleur veranderen van wit naar rood/bruin, dan is dat het signaal om te oogsten.
Oogsten op het juiste momentHet moment dat je gaat oogsten is belangrijk voor de uiteindelijke kwaliteit. Wanneer je te vroeg bent, kan dit ten koste gaan van je opbrengst. En ben je te laat, dan verminderen de effecten.
Drogen
Nadat je de takken hebt afgeknipt en getrimd, moeten ze drogen. Ze bestaan nu nog uit ca. 75% vocht en natte wiet kun je niet roken. Het doel van het drogen is om het vochtgehalte te reduceren naar ongeveer 10%.
Benodigdheden
Dit is wat je nodig hebt om je eigen gekweekte wiet te drogen:
- Een kleine donkere ruimte
- Thermometer
- Hygrometer(s)
- Touw/koord, knijpers
- Roterende ventilator
- Schaar
Duur van het drogen
Het drogen van wiet lijkt in eerste instantie een eenvoudige taak, maar voor het beste resultaat zal je nauwkeurig rekening moeten houden met de temperatuur en luchtvochtigheid. Droog je de toppen te snel, dan ontstaat de kans dat de buitenkant droog is, maar de kern nog niet. Bij te langzaam drogen kan er schimmel ontstaan, en geloof ons, je wilt geen beschimmelde wiet roken. Als vuistregel hanteren we een droogperiode van ca. 2 weken.
Drogen van wiet doe je door de takken te hangen aan een touw in een kleine donkere ruimte. Een ruimte die het liefst niet groter is dan 5m2. De reden hiervoor is dat de temperatuur en de relatieve luchtvochtigheid (RV) veel beter te reguleren zijn in een kleinere ruimte.